Oorlogstaal
Is het je weleens opgevallen hoeveel oorlogstaal we gebruiken in ons werk? We hebben het over ‘targets’ halen, concurrentie ‘verslaan’, opdrachten ‘winnen’, talent ‘binnenslepen’, al dan niet met behulp van ‘headhunters’. Het maakt al jarenlang zo vanzelfsprekend deel uit van onze corporate lingo dat we het vaak zelf niet eens meer door hebben.
De woorden die we gebruiken zijn allemaal beeldende manieren om een intentie te verduidelijken. En begrijp me niet verkeerd: ik ben een groot voorstander van het gebruik van beeldende taal. Verhalen, beelden en metaforen maken namelijk dat informatie veel eenvoudiger verwerkt en verteerd wordt door de ontvanger. Maar waar we met het gebruik van deze beeldentaal aan voorbij gaan, is dat de woorden die we kiezen grote invloed hebben op de sfeer en de energie in onze omgeving.
In veel organisaties is te merken wat het effect is van oorlogstaal. Er ligt veel nadruk op het rationele: structuur, hiërarchie, efficiency, procesoptimalisatie, dat soort begrippen. Op die manier hebben we organisaties tot geoliede (en soms wat minder geoliede) machines gemaakt. Met de juiste strategie en input kan het niet anders dan dat we de gewenste output krijgen.
Wat je bovendien merkt, is dat we met strijdlustige taal organisaties onbewust steeds meer ont-menselijken. Het staat haaks op onze behoefte aan verbinding, op samenwerking in plaats van concurrentie, op gezamenlijk waarde creëren in plaats van individueel ‘winnen’.
Snakken naar menselijkheid
Dat begint steeds meer te knellen en te schuren. Waar we in het leven buiten ons werk ontzettend veel mogelijkheden hebben om te groeien als individu, om ons te verbinden met anderen en om ons ideale leven stukje bij beetje te creëren, voelen veel organisaties als een soort parallel universum. Een plek waar je het menselijke deel van jezelf even in de sluimerstand zet en alleen je rationele kant activeert.
Maar daarmee gaan we voorbij aan één belangrijk aspect, namelijk dat we in de kern helemaal geen rationele wezens zijn. Mensen zijn emotionele wezens en we snakken naar menselijkheid in ons werk. Natuurlijk komt daar meer bij kijken dan woorden. Maar onderschat niet het positieve effect dat je veroorzaakt op het moment dat je bewust gaat kiezen voor constructieve en verbindende taal. Om nog even bij oorlogstaal te blijven: het is het geheime wapen van belangrijke vredesdenkers.
Roze olifant
De woorden die je kiest zijn zeker niet triviaal; ze hebben een ongelofelijk krachtig effect. Dat heeft te maken met de manier waarop wij mensen ‘geprogrammeerd’ zijn. Onze hersenen zijn namelijk niet gemaakt om woorden te nuanceren. Ze vertalen wat we horen razendsnel in beeld om ze te kunnen begrijpen. Daar zit geen enkel filter tussen. Probeer maar eens heel hard niet te denken aan een roze olifant. Ik bedoel maar.
Elk beeld dat wij voor ons geestesoog zien verschijnen, triggert automatisch een emotie. Dat is een razendsnel en grotendeels onbewust proces. Een emotie zorgt er vervolgens voor dat we bepaald gedrag laten zien, maar ook dat je een bepaalde emotie en gedrag bij anderen veroorzaakt. Dat effect treedt op bij het gebruik van oorlogstaal en net zozeer bij positieve beeldende taal. We hebben daarin allemaal een verantwoordelijkheid te nemen.
Het maakt verschil of je zegt: “Je onderbreekt me alwéér,” of: “Je begint al te praten, terwijl ik nog iets wilde zeggen.” De eerste manier heeft tot gevolg dat je de afstand vergroot, de tweede dat je in verbinding blijft. Voel je ‘m?
Je kunt dus vandaag nog beginnen om je positieve impact te vergroten door verbindende taal te gebruiken in plaats van oorlogstaal. Niks mis met beeldentaal of jargon, maar laten we het bewust kiezen met in ons achterhoofd: wat voor sfeer willen we veroorzaken?