Een ongezellig team

We hebben het graag fijn met elkaar. Als ik mensen spreek over wat werken voor hen leuk maakt, dan hoor ik steevast: deel uitmaken van een prettig team.

Toch is zo’n prettig team niet altijd wat er nodig is om een klus te klaren. Wat wel nodig is, is een volwassen team. En dat is zeker niet hetzelfde.

Ik heb in gezellige teams gezeten. We hadden lol, deden regelmatig leuke dingen samen en de vrijdagmiddag borrels waren legendarisch. Zeker als de karaoke werd aangezet. Het voelde als een vriendenclub. We werkten hard maar de sfeer was fijn. En dat was ons heel veel waard.

Dat was zelfs zó belangrijk voor ons, dat ieder van ons weleens water bij de wijn deed als we het ergens inhoudelijk niet mee eens waren. Om de lieve vrede te bewaren. Om te voorkomen dat de groep uit elkaar zou vallen.

En dus – laat ik voor mezelf spreken – liet ik niet het achterste van mijn tong zien, terwijl ik het toch echt anders zag. Schikte ik me af en toe in een beslissing waar ik me niet in kon vinden.

Maar een team is helemaal niet bedoeld als een gezelligheidsclub. En een prettig team is niet hetzelfde als een taakvolwassen en constructief team.

Je opdracht, en dus je bestaansrecht als team, is om een resultaat neer te zetten. Om met elkaar iets voor elkaar te krijgen wat je in je eentje niet zou lukken.

Het is daarvoor nodig dat een team evolueert, dat het volwassen wordt. Dat het leert om verschillen tussen de individuele leden te erkennen en integreren. Omdat dat de kwaliteit van het resultaat ten goede komt. En omdat daarmee geen energie weglekt naar het wegpoetsen van verschillen om de lieve vrede te bewaren.

Bij een volwassen team komt de energie ten goede aan het doel ervan. Niet aan het vormen van echokamers om elkaar maar te vriend te houden.

Om zo’n volwassen team te vormen, moet je bereid zijn om (vooral ook) de moeilijke gesprekken te voeren. Om de confrontatie aan te gaan en met elkaar het ongemak, de pijn en de ongezelligheid op te zoeken.

Doet ieder van ons de goede dingen?

Zien we het nog in elkaar? Draagt iedereen wel zijn eigen gewicht?

Voel ik me als teamlid voldoende gehoord?

Wat zijn de vragen die we vermijden maar die we wel zouden moeten stellen?

Wat heb ik van ieder van jullie nodig? Waar houden we ons teveel in?

Onze natuurlijke neiging is om van pijnlijke onderwerpen weg te blijven. Of om, als het een keer aan bod komt, snel tot conclusies te komen en weg te bewegen. Er is geen grotere dooddoener dan: “Bedankt voor je feedback, ik ga ermee aan de slag.” Het is the easy way out.

Maar als je het discomfort opzoekt en er vanuit nieuwsgierigheid bij kunt blijven, vragen stelt en het verder uitdiept maak je als groep enorme sprongen. “Kan je me meer vertellen over hoe dit bij jou werkt? Ik wil het graag begrijpen.”

Door met elkaar stil te staan bij pijnlijke en confronterende thema’s gebeurt er iets wonderlijks. Iedere keer dat je zo’n sessie met elkaar hebt doorleefd, kun je voelen dat het cement dat het team bindt steviger is geworden. Dat je met elkaar bent gegroeid als groep, terwijl tegelijkertijd iedereen meer ruimte voelt om zichzelf te zijn.

En dat merk je absoluut aan de kwaliteit van de resultaten die zo’n team boekt.

 

Luister naar De Nieuwe Leiders Podcast

Veranderde tijden vragen om ander leiderschap. In De Nieuwe Leiderspodcast neem ik je mee op onderzoek naar hoe we nieuwe vormen van leiderschap kunnen ontwikkelen in organisaties, teams en – niet in de laatste plaats – onszelf. Samen herschrijven we de definitie van leiderschap. Je kunt hem hier beluisteren of via je favoriete podcast app.
 

DE NIEUWE LEIDERS PODCAST

6913

Ook interessant voor je

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.