Je vis is niet ziek, het water is vies
Ik had haar in tranen aan de telefoon. Het was haar totaal onduidelijk wat ze nog kon doen om te bewijzen dat ze wél functioneerde en waarde had voor de organisatie. Het was haar totaal onduidelijk wat ze nog kon doen om te bewijzen dat ze wél functioneerde en waarde had voor de organisatie. Ze lag al maanden onder vuur van collega’s. En net voor haar leidinggevende definitief de deur achter zich dichttrok om te vertrekken naar een andere organisatie, had hij haar beoordeling afgerond. Daar stond het. Pontificaal en vetgedrukt: ONVOLDOENDE. Geen toelichting, geen mogelijkheid meer om het te bespreken.
Ze is een getalenteerde adviseur; slim, creatief en authentiek. Toch komt ze in deze functie niet uit de verf. En het wrange is: met haar vertrek wordt het ‘probleem’ niet opgelost. Er is binnen no time weer een nieuwe professional die problematisch gedrag toont zoals ondermaats presteren, negativiteit verspreiden of alles ter discussie stellen. De vis is namelijk niet ziek, maar het water is vies.
Structurele problemen in organisaties zijn zelden op te lossen door individuele mensen eruit te werken. Je ziet in organisaties vaak de reflex dat een lastig teamlid een verbeter- of coachtraject aangeboden krijgt, vanuit het idee: “pas je aan, of ga weg”. Maar hoe hard deze zondebok ook zijn of haar best doet om het gedrag aan te passen, het levert geen bijdrage aan het échte probleem.
Het nut van een zondebok
Zondebokken hebben namelijk een functie in een systeem. Je kunt ze zien als een symptoom van een ongezonde onderstroom. Hoe groter de spanning, hoe groter de behoefte aan een zwart schaap, die de aandacht afleidt van wat er ten diepste scheef zit in het team of de groep. Het is een oplossing die ervoor zorgt dat het échte probleem niet onder ogen hoeft te worden gezien.
In situatie die hier aan de orde was, zat de organisatie al een tijd in een verbetertraject en hing de dreiging van een reorganisatie onuitgesproken boven de markt. De voortdurende onzekerheid had als gevolg dat er een dynamiek was ontstaan van onveiligheid en verdeel-en-heers. Medewerkers kwamen lastig in beweging en zochten continu rugdekking, collega’s schoven elkaar de schuld in de schoenen. Er was een fors verloop bij het management die werd opgevangen met tijdelijke inhuur. Onbedoeld was het bestaan van een zondebok een welkome afleiding. Door alle negatieve aandacht daar op te richten bleven de onderliggende, structurele problemen verhuld.
De echte vraag in zo’n situatie is: waarvoor is het bestaan van dit probleem – het bestaan van een zwart schaap – een oplossing? Wat hoeven we daardoor niet aan te gaan? Het vraagt van alle betrokkenen uit de omgeving om zelf te reflecteren. Om genadeloos eerlijk naar eigen patronen te kijken en te erkennen wat er écht gebeurt. Om te zien wat transformatie of heling nodig heeft.
En, eerlijk is eerlijk, niet iedere groep is daartoe bereid. Het is namelijk wel zo comfortabel om je te ergeren aan een zwart schaap. Maar pas als het totale systeem (het team of de groep) erkent wat er aan de hand is, kan er weer lucht en ruimte komen in de samenwerking waardoor de symptomen achterwege blijven en kan het weer gaan stromen.